ECLI:NL:CRVB:2020:1856
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging ouderdomspensioen AOW naar norm voor gehuwden na onderzoek woon- en leefsituatie
In deze zaak gaat het om de wijziging van het ouderdomspensioen van appellante, die in Spanje woont, naar de norm voor gehuwden. Appellante is getrouwd met een echtgenoot die in Frankrijk woont. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft in 2010 een ouderdomspensioen aan appellante toegekend op basis van de norm voor alleenstaanden. Echter, na een onderzoek naar de woon- en leefsituatie van appellante, dat begon in 2017, heeft de Svb geconcludeerd dat appellante niet duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot. Dit leidde tot een wijziging van het pensioen naar de norm voor gehuwden.
De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, waarbij zij zich baseerde op de feiten die naar voren kwamen uit het onderzoek. De rechtbank oordeelde dat appellante en haar echtgenoot, ondanks hun gescheiden woonplaatsen, een aantal maanden per jaar samen doorbrengen, gezamenlijke eigendommen hebben en een gezamenlijke bankrekening aanhouden. Dit alles wijst erop dat er geen sprake is van een duurzaam gescheiden leven.
In hoger beroep heeft appellante haar standpunt herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad concludeert dat de Svb terecht heeft vastgesteld dat appellante nooit duurzaam gescheiden heeft geleefd van haar echtgenoot. De Raad verwijst naar eerdere rechtspraak over het begrip duurzaam gescheiden leven en stelt dat de feitelijke omstandigheden bepalend zijn voor deze beoordeling. De Raad oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.