ECLI:NL:CRVB:2020:1692
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om herziening griffierecht
Op 31 juli 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Verzoekster had eerder een verzoek om herziening ingediend, dat op 15 januari 2020 niet-ontvankelijk was verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. In het verzet heeft verzoekster aangevoerd dat zij de nota voor betaling van het griffierecht te laat had ontvangen, maar de Raad oordeelde dat zij geen feiten of omstandigheden had aangedragen die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat zij niet in verzuim was. De late ontvangst van de nota was niet geconcretiseerd en niet met bewijsstukken onderbouwd. Hierdoor werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier C.I. Heijkoop, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.