ECLI:NL:CRVB:2020:1688
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen, dat hem op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) een maatwerkvoorziening voor beschermd wonen had verstrekt. De Raad oordeelde dat appellant geen belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, omdat het geschil betrekking had op een reeds verstreken periode. De Raad benadrukte dat procesbelang aanwezig moet zijn om een hoger beroep ontvankelijk te verklaren, en dat een louter formeel of principieel belang niet voldoende is. Appellant was gedetineerd en had geen rechtsmiddelen aangewend tegen latere besluiten van het college, waardoor de Raad concludeerde dat er geen procesbelang meer was. Het hoger beroep werd daarom niet-ontvankelijk verklaard, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.