3.2.Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit. Het Uwv heeft desgevraagd toegelicht dat toepassing is gegeven aan artikel 12e, vijfde lid, van het Dagloonbesluit en dat op grond van deze bepaling het aantal dagloondagen is berekend over de periode van 19 juli 2016 tot 1 september 2016. Volgens het Uwv wordt niet voldaan aan het bepaalde in artikel 12e, zevende lid, van het Dagloonbesluit, omdat dit artikellid ziet op de situatie waarin het aantal dagloondagen nul bedraagt. Als die bepaling wel van toepassing zou zijn, zou het dagloon € 92,01 bedragen. Ook het bepaalde in artikel 12e, vierde lid, van het Dagloonbesluit is volgens het Uwv in deze zaak niet van toepassing.
4. De Raad oordeelt als volgt.
4.1.1.Op dit geding zijn van toepassing de wettelijke bepalingen van de ZW en het Dagloonbesluit zoals deze met ingang van 1 januari 2016 golden. Voor zover van belang voor de ZW gaat het om de volgende bepalingen.
4.1.2.Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de ZW wordt voor de berekening van het ziekengeld waarop op grond van deze wet recht bestaat als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ongeschiktheid tot werken als bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, is ingetreden, verdiende in de dienstbetrekking waaruit hij door ziekte ongeschikt is geworden tot het verrichten van zijn arbeid, doch ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
4.1.3.Ingevolge artikel 15, tweede lid, van de ZW worden bij algemene maatregel van bestuur, onder meer wanneer de dienstbetrekking, bedoeld in het eerste lid, korter heeft geduurd dan het jaar, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van de vaststelling van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, en de herziening ervan nadere en zo nodig afwijkende regels gesteld.
4.1.4.In artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van het Dagloonbesluit is aangiftetijdvak gedefinieerd als: het tijdvak van vier weken dan wel één maand waarop de aangifte waarop de ingehouden loonbelasting wordt afgedragen, betrekking heeft danwel, indien de werkgever over een afwijkend tijdvak aangifte doet, het tijdvak waarover loon is betaald van één maand of vier weken of herleid tot één maand of vier weken.
4.1.5.Ingevolge artikel 1, tweede lid, van het Dagloonbesluit is voor de toepassing van dit besluit maandag de eerste dag van de kalenderweek en zijn de eerste vijf dagen van de kalenderweek dagloondagen.
4.1.6.Ingevolge artikel 12b, eerste lid, van het Dagloonbesluit wordt, voor zover hier van belang, onder referteperiode voor de ZW verstaan de periode van een jaar die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ziekte is ingetreden.
4.1.7.Ingevolge artikel 12e, eerste lid, van het Dagloonbesluit is het dagloon van een ZW‑uitkering de uitkomst van de volgende berekening:
[(A-B) x 108/100 + C] / D
waarbij:
A staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij een werkgever die vakantiebijslag reserveert;
B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die de werknemer in de referteperiode heeft genoten;
C staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij een werkgever die geen vakantiebijslag reserveert; en
D staat voor 261, dan wel, indien de dienstbetrekking waaruit de werknemer ziek is geworden, is aangevangen na aanvang maar voor het einde van de referteperiode, voor het aantal dagloondagen vanaf en met inbegrip van de dag waarop de dienstbetrekking is aangevangen tot en met de laatste dag van de referteperiode.
4.1.8.Ingevolge artikel 12e, vierde lid, van het Dagloonbesluit, staat D, indien de dienstbetrekking waaruit werknemer ziek is geworden, één of meer aangiftetijdvakken kent waarin geen loon is genoten anders dan vanwege verlof, arbeidsongeschiktheid of ziekte, in afwijking van het eerste lid, voor het aantal dagloondagen van de aangiftetijdvakken waarin wel loon is genoten.
4.1.9.Ingevolge artikel 12e, vijfde lid, van het Dagloonbesluit, staat D, indien de dienstbetrekking waaruit de werknemer ziek is geworden, is aangevangen na afloop van de referteperiode, in afwijking van het eerste lid, voor het aantal dagloondagen vanaf en met inbegrip van de dag waarop de dienstbetrekking is aangevangen tot de dag waarop de ziekte is ingetreden.
4.1.10.Ingevolge artikel 12e, zevende lid, van het Dagloonbesluit is het dagloon, indien het aantal dagloondagen op grond van het eerste, vijfde of zesde lid nul is, in afwijking van het eerste lid, de uitkomst van de volgende berekening:
E/F
waarbij:
E staat voor het overeengekomen loon in het aangiftetijdvak waarin de ziekte is ingetreden; en
F staat voor het aantal dagloondagen in het aangiftetijdvak waarin de ziekte is ingetreden dan wel, indien het aangiftetijdvak een maand betreft, voor 21,75.