ECLI:NL:CRVB:2020:1342
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarbij de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten is bevestigd. Appellant ontving vanaf 12 april 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand, en vanaf 1 juni 2014 gezamenlijk met appellante op basis van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Druten heeft de bijstand van appellant ingetrokken en teruggevorderd omdat hij niet had gemeld dat hij een gezamenlijke huishouding voerde met appellante en dat hij op geld waardeerbare werkzaamheden verrichtte voor een bedrijf. Na een onderzoek door een toezichthouder, dat leidde tot de conclusie dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden, heeft het college de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat zij de inlichtingenverplichting niet hebben geschonden, maar de Raad oordeelt dat zij wel degelijk in gebreke zijn gebleven. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat het college verplicht was de bijstand te herzien en de kosten terug te vorderen, zonder dat er ruimte was voor een belangenafweging of toepassing van de zesmaandenjurisprudentie.