ECLI:NL:CRVB:2020:1309
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake nabestaandenuitkering
In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig in Marokko, een verzoek om herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 20 december 2016. Dit verzoek is ingediend meer dan een jaar na de datum van openbaarmaking van de uitspraak waarvan herziening wordt verzocht. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden (nova) zijn gesteld die aanleiding geven tot herziening. De Raad heeft eerder geoordeeld dat een herzieningsverzoek onredelijk laat is indien het meer dan een jaar na bekendheid met nieuwe feiten of meer dan een jaar na de uitspraak wordt ingediend. In dit geval is het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verzoek niet tijdig is ingediend. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door A. van Gijzen, in tegenwoordigheid van griffier M. Graveland, en is openbaar uitgesproken op 25 juni 2020.