ECLI:NL:CRVB:2020:1020
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning dubbele kinderbijslag en informatieplicht Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die een aanvraag voor dubbele kinderbijslag had ingediend voor haar kind, kreeg te maken met een afwijzing van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) op basis van artikel 14, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De Svb had de dubbele kinderbijslag met terugwerkende kracht niet kunnen toekennen, omdat de wet dit niet toestaat. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.
De appellante ontving eerder een tegemoetkoming voor haar kind, maar deze was beëindigd omdat de vereiste indicatie niet meer geldig was. Na een aanvraag voor dubbele kinderbijslag in 2018, werd deze slechts met ingang van het eerste kwartaal van 2018 toegekend. De appellante voerde aan dat de Svb haar had moeten informeren over de mogelijkheid om dubbele kinderbijslag aan te vragen, maar de Raad oordeelde dat de Svb niet verplicht was om deze informatie te verstrekken. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen aanleiding was om tot een ander oordeel te komen. De uitspraak bevestigde dat de wet geen ruimte biedt voor toekenning van de kinderbijslag met terugwerkende kracht.