ECLI:NL:CRVB:2019:806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E. Dijt
- L. Boersma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de hoogte van de IVA-uitkering en toepassing van het Dagloonbesluit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 maart 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellant, die als chauffeur werkzaam was, had een WIA-uitkering aangevraagd na een bedrijfsongeval. Het Uwv had vastgesteld dat hij recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar appellant was van mening dat hij recht had op een IVA-uitkering, berekend naar een hoger dagloon. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat de referteperiode correct was vastgesteld en dat appellant niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 18 van het Dagloonbesluit. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het Uwv artikel 18 van het Dagloonbesluit in zijn situatie moest toepassen, maar de Raad heeft deze stelling verworpen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv het dagloon juist heeft vastgesteld en dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld dat appellant niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 18 van het Dagloonbesluit. Het verzoek van appellant om vergoeding van wettelijke rente werd afgewezen en de proceskosten werden niet toegewezen. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank.