ECLI:NL:CRVB:2019:770
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van AOW-pensioen in het kader van geregistreerd partnerschap en duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van AOW-pensioen van appellanten, die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. Appellanten ontvingen ieder een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) naar de norm voor alleenstaanden. Na hun geregistreerd partnerschap op 23 juni 2015 heeft de Sociale verzekeringsbank (Svb) hun AOW-pensioen met terugwerkende kracht per juli 2015 herzien naar de norm voor gehuwden. De Svb vorderde ook het te veel ontvangen pensioen terug. Appellanten stelden dat zij duurzaam gescheiden leven, maar de rechtbank verklaarde hun beroep ongegrond. In hoger beroep herhaalden appellanten hun standpunt, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat zij niet duurzaam gescheiden leefden. De Raad concludeerde dat appellanten, ondanks hun geregistreerd partnerschap, in de relevante periode niet als zodanig konden worden aangemerkt, omdat zij een gezamenlijke levensstijl en zorg voor elkaar hadden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.