ECLI:NL:CRVB:2018:3426
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening AOW-pensioen naar gehuwd pensioen en duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van het AOW-pensioen van appellante. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had het AOW-pensioen van appellante, dat aanvankelijk was toegekend voor een ongehuwde, herzien naar een pensioen voor een gehuwde, nadat appellante een geregistreerd partnerschap was aangegaan. De Svb stelde dat appellante en haar partner niet duurzaam gescheiden leven, zoals bedoeld in de AOW-wetgeving. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat zij en haar partner wel degelijk duurzaam gescheiden leven, ondanks hun geregistreerd partnerschap. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante en haar partner niet duurzaam gescheiden leven. De Raad baseerde zich op de feiten dat zij elkaar regelmatig zien, samen activiteiten ondernemen en een affectieve relatie hebben, wat niet in lijn is met de definitie van duurzaam gescheiden leven. De Raad verwees naar eerdere rechtspraak die vergelijkbare situaties behandelde en concludeerde dat de Svb terecht het AOW-pensioen had herzien. Appellante voerde aan dat de regelgeving verouderd is, maar de Raad oordeelde dat dit niet afdoet aan de geldende wetgeving.