In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot haar arbeidsongeschiktheid en de vastgestelde urenbeperking. Appellante, die als software engineer werkte, is sinds 14 september 2009 arbeidsongeschikt en heeft een WIA-uitkering ontvangen. De mate van arbeidsongeschiktheid is door het Uwv vastgesteld op 62% en later op 73,3%. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de urenbeperking van 4 uur per dag onterecht is en dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn vanwege auditieve prikkelgevoeligheid. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank de urenbeperking heeft onderschreven, maar dat de geselecteerde functies niet voldoen aan de voorwaarden die door deskundigen zijn gesteld. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand zijn gelaten en draagt het Uwv op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van appellante. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.024,-. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, omdat niet zeker is hoe het nieuw te nemen besluit zal luiden.