ECLI:NL:CRVB:2019:590
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een Wajong-uitkering aan appellant. De aanvraag was afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek. Appellant, geboren in 1991, had psychische klachten en zwakbegaafdheid, maar het Uwv concludeerde dat hij op zijn achttiende jaar over arbeidsvermogen beschikte. De rechtbank Den Haag had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de medische beoordeling zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen. Appellant had geen nieuwe medische informatie ingediend die zijn standpunt ondersteunde. De Raad concludeerde dat appellant in staat was om ten minste een uur aaneengesloten te werken en voor ten minste vier uur per dag belastbaar was, en dat hij over basale werknemersvaardigheden beschikte. De uitspraak bevestigde dat de aanvraag om een Wajong-uitkering terecht was afgewezen.