ECLI:NL:CRVB:2019:580
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake AIO-aanvulling en ingangsdatum
Op 19 februari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de aanvraag van appellant voor een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) in aanvulling op zijn onvolledige AOW-pensioen. Appellant, geboren in 1950, heeft op 1 oktober 2015 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en heeft op 1 september 2015 een AOW-pensioen aangevraagd. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft appellant met ingang van 1 oktober 2015 een onvolledig AOW-pensioen toegekend, maar de AIO-aanvulling is pas met ingang van 25 januari 2016 toegekend, de datum waarop appellant zich heeft gemeld voor de AIO-aanvulling.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum van de AIO-aanvulling, stellende dat deze eerder had moeten ingaan, namelijk op de datum van toekenning van het AOW-pensioen. Hij voerde aan dat de Svb hem niet tijdig heeft geïnformeerd over zijn recht op AIO-aanvulling en dat hij in financiële problemen is geraakt door de late toekenning. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat volgens de wet de bijstand wordt toegekend vanaf de dag van de melding om bijstand aan te vragen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen. De Raad concludeert dat appellant zich niet eerder dan op 25 januari 2016 heeft gemeld en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen. De Raad bevestigt daarmee de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.