Uitspraak
17.1927 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
besluiten van 1 december 2015 en 14 december 2015 met inachtneming van deze uitspraak
en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
in totaal € 170,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 24 september 2015 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland. Het college heeft de aanvraag op 1 december 2015 buiten behandeling gesteld omdat appellant niet alle gevraagde informatie had verstrekt. Appellant heeft later alsnog stukken ingediend, maar het college heeft deze niet meegenomen in de beoordeling van de aanvraag. De Raad oordeelt dat de brief van 14 december 2015, waarin het college de nadere stukken beoordeelt, moet worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit besluit had betrokken moeten worden bij het bezwaar tegen het eerdere besluit van 1 december 2015. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant gegrond. Het college wordt opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen op de bezwaren van appellant tegen de besluiten van 1 en 14 december 2015. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.048,-.