Uitspraak
17.6932 WSF
OVERWEGINGEN
BESLISSING
vrijstelling van het griffierecht heeft afgewezen;
betaalde griffierecht van € 46,- voor de behandeling van het beroep terugbetaalt;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door P.L.G. Jurg, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om vrijstelling van de verplichting tot het betalen van griffierecht en de oplegging van een OV-schuld van € 194,- door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat de appellant ten onrechte beschikte over een studentenreisproduct, omdat hij niet meer ingeschreven was bij een opleiding. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het verzoek om vrijstelling van het griffierecht had afgewezen, aangezien de appellant had aangetoond dat zijn inkomen lager was dan 90% van de bijstandsnorm. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover het de afwijzing van het griffierecht betrof en gelastte terugbetaling van het griffierecht aan de appellant. Wat betreft de OV-schuld bevestigde de Raad de uitspraak van de rechtbank, omdat de appellant niet tijdig zijn studentenreisproduct had stopgezet, ondanks dat hij op de hoogte was gesteld van de procedure.