ECLI:NL:CRVB:2019:4261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van een WIA-uitkering na melding van toegenomen arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering aan appellant. Appellant had zich eerder ziek gemeld en in 2013 was hem een WIA-uitkering geweigerd omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Na een melding van toegenomen arbeidsongeschiktheid in 2016, heeft het Uwv opnieuw onderzoek gedaan, maar concludeerde dat er geen nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden waren die een andere beoordeling rechtvaardigden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 22 mei 2017 voldoende gemotiveerd dat de medische beperkingen van appellant niet waren toegenomen ten opzichte van de eerdere beoordeling. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en deze uitspraak werd door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts zorgvuldig had gehandeld en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de eerdere conclusies. De nadere medische informatie die appellant in hoger beroep had ingediend, leidde niet tot een ander oordeel. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak zonder veroordeling in proceskosten.