ECLI:NL:CRVB:2019:4240
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake plichtsverzuim en re-integratie
Op 19 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 2 mei 2019. Het verzoeker, die in hoger beroep was gegaan, had gevraagd om herziening op basis van een verklaring van zijn huisarts van 27 mei 2019. Deze verklaring zou volgens verzoeker moeten leiden tot een andere beoordeling van zijn situatie, waarin hij zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim door niet in gesprek te gaan met zijn leidinggevende over zijn re-integratie op 23 maart 2017.
De Raad overwoog dat de verklaring van de huisarts geen nieuw feit of omstandigheid opleverde die tot een andere uitspraak zou hebben kunnen leiden. De huisarts had weliswaar aangegeven dat verzoeker niet in staat was om het gesprek te voeren, maar de bedrijfsarts had eerder gerapporteerd dat verzoeker wel degelijk in staat was om dit gesprek te voeren. De Raad concludeerde dat de staatssecretaris in redelijkheid de dienstopdracht had kunnen geven, en dat er geen medische belemmeringen waren voor verzoeker om het gesprek aan te gaan.
De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het inbrengen van nieuwe feiten of omstandigheden. Aangezien de omstandigheden die verzoeker aanvoerde niet nieuw waren, werd het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan door H. Lagas, in tegenwoordigheid van griffier L.R. Daman, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.