ECLI:NL:CRVB:2019:4166
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van studiefinanciering en inschrijving voor voltijds onderwijs in het buitenland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant had studiefinanciering aangevraagd op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) voor een voltijdse opleiding Politieke Wetenschappen in België. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had de aanvraag gehonoreerd, maar later de studiefinanciering herzien en een bedrag teruggevorderd. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van de minister ongegrond verklaard, omdat de inschrijving van de appellant niet voldeed aan de wettelijke vereisten van de Wsf 2000. De Centrale Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en oordeelt dat de inschrijving van de appellant eerder als 'aanmelding' moet worden gezien dan als een formele inschrijving, zoals vereist door de wet. De Raad concludeert dat de appellant niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor studiefinanciering, omdat hij geen studiepunten heeft behaald. Het hoger beroep van de appellant wordt afgewezen en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.