Uitspraak
17.6422 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- herroept het besluit van 4 augustus 2015;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een WIA-uitkering aan een werkneemster die zich op 3 maart 2014 ziek had gemeld vanwege psychische klachten. De werkneemster had op 12 juni 2015 een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze aanvraag was door het Uwv afgewezen. De Raad oordeelde dat er onvoldoende concrete aanknopingspunten waren voor het standpunt van het Uwv dat de belastbaarheid van de werkneemster in de toekomst kon verbeteren. De Raad concludeerde dat op de datum van 21 augustus 2015 sprake was van duurzame arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in artikel 4 van de Wet WIA. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv, en kende de werkneemster met terugwerkende kracht recht op een IVA-uitkering vanaf 21 augustus 2015. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellante, die in totaal € 3.592,- bedroegen.