ECLI:NL:CRVB:2019:39
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand medische kosten voor gemoedsbezwaarde onder Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, erkend als gemoedsbezwaarde door de Sociale Verzekeringsbank, had aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand voor diverse medische kosten, waaronder een oogoperatie en psychologische hulp. Het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende heeft deze aanvragen afgewezen, stellende dat de Zorgverzekeringswet een voorliggende voorziening biedt die toereikend is voor gemoedsbezwaarden. De Raad heeft geoordeeld dat de Zorgverzekeringswet inderdaad een passende voorziening biedt en dat er geen zeer dringende redenen zijn om van deze regeling af te wijken. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet kon reserveren voor de kosten en dat de afwijzing van de aanvragen door het college in overeenstemming was met het beleid. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.