ECLI:NL:CRVB:2019:3849
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van toeslag en boete wegens schending van de inlichtingenplicht
Op 4 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een appellant die een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ontving, evenals een toeslag op basis van de Toeslagenwet. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat de leefsituatie van de appellant was veranderd en heeft de toeslag herzien en teruggevorderd. De appellant had zijn wijziging in leefsituatie niet doorgegeven, wat leidde tot een terugvordering van € 38.802,79 aan onverschuldigd betaalde toeslag en een boete van € 5.200,- wegens schending van de inlichtingenplicht. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de appellant zijn inlichtingenplicht had geschonden en dat het Uwv terecht had gehandeld. De appellant had aangevoerd dat hij moeite had met de Nederlandse taal en dat zijn situatie niet verwijtbaar was, maar de Raad oordeelde dat dit niet leidde tot een andere conclusie. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de appellant om wijzigingen in zijn leefsituatie tijdig door te geven aan het Uwv.