ECLI:NL:CRVB:2019:3450
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag bijstandsverlening en terugvordering Bbz-lening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Holland. Appellante, die bijstand ontving in de vorm van een renteloze geldlening op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), had een aanvraag ingediend voor omzetting van deze lening in bijstand om niet. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer had echter geweigerd om de aanvraag in behandeling te nemen, omdat appellante niet de gevraagde financiële gegevens had overgelegd. De Raad oordeelde dat het college terecht had gehandeld door de aanvraag buiten behandeling te stellen, aangezien appellante onvoldoende inzicht had gegeven in haar financiële situatie. De Raad bevestigde dat de aangifte inkomstenbelasting die appellante had ingediend niet waarheidsgetrouw was, wat leidde tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De terugvordering van de eerder verstrekte Bbz-lening werd eveneens gerechtvaardigd, omdat appellante niet had voldaan aan de informatieverplichtingen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellante ongegrond.