Uitspraak
18.130 AWW, 19/2723 AWW
29 november 2017, 17/2555 en van 13 mei 2019, 18/3662 (aangevallen uitspraken)
OVERWEGINGEN
1 januari 1994 ingetrokken, omdat zij [in] 1994 (lees: 27 december 1993) in Egypte in het huwelijk is getreden. Het bezwaar tegen dit besluit is bij besluit van
20 juni 1997 ongegrond verklaard. De procedure die daarop is gevolgd, heeft geleid tot de uitspraak van de Raad van 11 april 2001, ECLI:NL:CRVB:2001:AB1784. In die uitspraak heeft de Raad overwogen dat hij, op grond van het op verzoek van de Raad uitgebrachte advies van het Internationaal Juridisch Instituut, van oordeel is dat de Svb naar aanleiding van de overgelegde huwelijksakte, ingeschreven in [nummer 1], kon uitgaan van het bestaan van een [in] 1993 tussen appellante en [naam echtgenoot] gesloten huwelijk. Aangezien niet is gebleken van evidente gebreken in de inhoud en de wijze van totstandkoming van de huwelijksakte stond het de Svb vrij op grond van het rechtsgeldig gesloten huwelijk het AWW-pensioen van appellante in te trekken.
14 november 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3742 en van 7 oktober 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3703 en 3704, waarin uitgebreid op de diverse gronden van appellante is ingegaan en welke gronden in die uitspraken zijn verworpen. In wat in deze procedure naar voren is gebracht, wordt geen aanleiding gezien tot een ander oordeel te komen.