ECLI:NL:CRVB:2014:3742
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herhaald verzoek om terug te komen van de intrekking van het AWW-pensioen van verzoekster
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. Verzoekster, die haar AWW-pensioen met ingang van 1 januari 1994 had ingetrokken gekregen, heeft herhaaldelijk verzocht om terug te komen van deze beslissing. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze verzoeken steeds afgewezen, met als argument dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De Raad heeft in eerdere uitspraken vastgesteld dat de intrekking van het pensioen op een rechtsgeldige basis was gebeurd, namelijk vanwege het huwelijk van verzoekster in Egypte. Verzoekster heeft betoogd dat de Svb in strijd heeft gehandeld met internationale verdragsbepalingen en dat haar effectieve rechtsbescherming is onthouden. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de Svb geen aanleiding had om het oorspronkelijke besluit te herzien, omdat er geen nieuwe feiten zijn gepresenteerd die de eerdere besluiten zouden ondermijnen. De Raad heeft ook geoordeeld dat de intrekking van het pensioen niet in strijd is met de artikelen van het IVBPR en het EVRM, en dat verzoekster niet ongelijk is behandeld ten opzichte van andere weduwen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd.