ECLI:NL:CRVB:2019:3321
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- M.F. Wagner
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling aanvraag bijstandsverlening op basis van onvolledige bankgegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellante had een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Participatiewet (PW), maar haar aanvraag werd door het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren buiten behandeling gelaten omdat zij niet de gevraagde bankafschriften volledig had ingeleverd. De Raad heeft vastgesteld dat appellante voorafgaand aan de liquidatie van haar vennootschappen een aanzienlijk bedrag op haar bankrekening had ontvangen, wat aanleiding gaf tot het opvragen van bankgegevens over een langere periode. De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor een goede beoordeling van de aanvraag. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellante ongegrond werd verklaard. De Raad benadrukte dat het essentieel was dat appellante alle relevante bankafschriften over de gevraagde perioden overlegde om haar financiële situatie te kunnen beoordelen. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de verplichtingen van aanvragers van bijstand om volledige en tijdige informatie te verstrekken.