ECLI:NL:CRVB:2017:3471
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stellen aanvraag om bijstand wegens niet tijdig verstrekken van gegevens
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen om zijn aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) buiten behandeling te stellen. Appellant had eerder bijstand ontvangen op basis van de Werkloosheidswet, maar zijn aanvraag voor bijstand in 2014 werd buiten behandeling gesteld omdat hij niet tijdig de gevraagde gegevens had verstrekt. Ondanks herhaalde verzoeken om aanvullende informatie, waaronder bankafschriften, voldeed appellant niet aan de eisen die het college stelde. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld. De Raad stelt vast dat appellant niet alle benodigde gegevens tijdig heeft aangeleverd, wat essentieel was voor de beoordeling van zijn recht op bijstand. De Raad wijst erop dat het college op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevoegd was om de aanvraag niet te behandelen, omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren. Appellant had de mogelijkheid om de aanvraag aan te vullen, maar heeft dit nagelaten. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd, omdat appellant niet heeft aangetoond dat hij redelijkerwijs niet in staat was om de gevraagde gegevens tijdig te verstrekken. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor aanvragers om tijdig en volledig de gevraagde informatie te verstrekken om in aanmerking te komen voor bijstand.