ECLI:NL:CRVB:2019:3108

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 september 2019
Publicatiedatum
26 september 2019
Zaaknummer
17/6225 AKW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak inzake kinderbijslag

Op 26 september 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 4 augustus 2017. Het verzoeker, die in Marokko woont, had verzocht om herziening van de uitspraak die bevestigde dat hij met ingang van het tweede kwartaal van 2015 niet meer verzekerd was voor de Algemene Kinderbijslagwet. De Raad heeft overwogen dat het verzoek om herziening niet kan dienen om een hernieuwde discussie te voeren over de eerdere uitspraak, maar enkel om feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak plaatsvonden en die niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangevoerd die aanleiding zou geven tot herziening van de eerdere uitspraak. Daarom is het verzoek om herziening afgewezen. De beslissing is genomen door J.J.T. van den Corput, in aanwezigheid van griffier M.A.A. Traousis, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

17.6225 AKW

Datum uitspraak: 26 september 2019
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 4 augustus 2017, 16/5012 AKW
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 4 augustus 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2700.
De Svb heeft op dit verzoek om herziening gereageerd.
Verzoeker heeft nadere reacties ingediend.
Het verzoek is gevoegd met het verzoek 18/5658 AKW behandeld ter zitting van 15 augustus 2019. Verzoeker is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door
drs. W. van den Berg. Na de behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst.

OVERWEGINGEN

1.1.
Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren ze bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
1.2.
Bij de uitspraak van 4 augustus 2017 heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 juni 2016, 15/7710, bevestigd. Daarbij heeft de Raad overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat verzoeker met ingang van het tweede kwartaal van 2015 niet meer verzekerd is voor de Algemene Kinderbijslagwet.
1.3.
Verzoeker heeft gevraagd zijn recht op kinderbijslag opnieuw te beoordelen.
1.4.
Volgens vaste rechtspraak (uitspraak van 26 mei 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1615) dient het bijzondere rechtsmiddel van herziening er niet toe om een hernieuwde discussie te voeren en ook niet om een discussie over de betreffende uitspraak te openen, maar om een rechterlijke uitspraak die berust op een naderhand onjuist gebleken feitelijk uitgangspunt te herstellen. In beginsel kunnen slechts aangelegenheden van feitelijke aard tot herziening leiden.
1.5.
Het verzoek om herziening dient te worden afgewezen omdat niet is gebleken dat verzoeker enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:119 van de Awb, naar voren heeft gebracht. Het verzoek om herziening bevat namelijk geen gronden die betrekking hebben op de reden waarom de uitspraak van de rechtbank is bevestigd bij de uitspraak van 4 augustus 2017.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door J.J.T. van den Corput, in tegenwoordigheid van
M.A.A. Traousis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
26 september 2019.
(getekend) J.J.T. van den Corput
De griffier is verhinderd te ondertekenen.
rh

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par J.J.T. van den Corput en présence de M.A.A. Traousis en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 26 septembre 2019.