ECLI:NL:CRVB:2015:1615
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake bijstandsverlening zelfstandigen
Op 26 mei 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 11 december 2012. Verzoekster, die een bijstandsverlening had ontvangen op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), vroeg om herziening omdat zij meende dat de Raad in de eerdere uitspraak geen juiste invulling had gegeven aan de begrippen netto-inkomen en jaarnorm. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, dat als tegenpartij fungeerde, had een verweerschrift ingediend maar was niet verschenen op de zitting van 14 april 2015.
De Raad overwoog dat de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Wab) van toepassing was, maar dat de voorwaarden voor herziening zoals gesteld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet waren vervuld. Verzoekster had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die een herziening konden rechtvaardigen. De Raad benadrukte dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak, maar om onjuist gebleken feitelijke uitgangspunten te herstellen.
Uiteindelijk werd het verzoek om herziening afgewezen, omdat verzoekster in wezen de juistheid van de eerdere uitspraak betwistte, wat niet mogelijk is binnen het kader van herziening. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met P.W. van Straalen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.