ECLI:NL:CRVB:2019:2859
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens onvoldoende medische informatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, geboren in 1972, had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering op 18 februari 2016, welke door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het ontbreken van voldoende medische gegevens over de belastbaarheid van de appellant in de relevante periode van zijn zeventiende en achttiende levensjaar. De rechtbank had de afwijzing van het Uwv bevestigd, waarbij werd gesteld dat de bewijslast bij de appellant lag, gezien de laattijdige aanvraag. In hoger beroep herhaalde de appellant zijn eerdere argumenten, maar de Raad oordeelde dat er nog steeds onvoldoende concrete medische informatie beschikbaar was. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.