ECLI:NL:CRVB:2019:2492
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening traplift op grond van WMO
In deze zaak heeft verzoekster, die kampt met angstproblematiek, een aanvraag ingediend voor de verstrekking van een traplift op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Stein heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat er behandelmogelijkheden voor de angstproblematiek zijn die voorrang hebben. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij de traplift kan ontvangen terwijl de hoofdzaak nog in behandeling is.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 juli 2019 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te verzoeken niet bedoeld is om de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen. De gevraagde voorziening, een traplift, ontbeert een voorlopig karakter, omdat indien de hoofdzaak in het nadeel van verzoekster wordt beslist, zij voor aanzienlijke kosten komt te staan, zoals montage- en demontagekosten.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen en heeft het verzoek afgewezen. De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van M. Graveland als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.