Uitspraak
18.2301 WSF
20 maart 2018, 17/2956 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
brp-adres om te controleren of appellante op dat adres woont. De hoofdbewoonster heeft bij dit huisbezoek tegenover de controleurs verklaard dat zij op het brp-adres woont samen met haar man en zoon, dat er geen persoon met de naam [voornaam] op het brp-adres woont en dat diverse personen het brp-adres als postadres hanteren. Van de bevindingen van het onderzoek is een rapport opgemaakt.
4 november 2016 op 7 november 2016, conform de door appellante gemaakte keuze, digitaal aan haar is bekendgemaakt. Appellante heeft op 2 januari 2017, derhalve na afloop van de bezwaartermijn die liep tot en met 19 december 2016, bezwaar gemaakt tegen het besluit van 4 november 2016 en deze termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Ten aanzien van de opgelegde boete heeft de rechtbank overwogen dat de minister aan de op hem rustende bewijslast heeft voldaan. Volgens de rechtbank heeft de minister zich op basis van de bevindingen van het onderzoek op 16 september 2016 op het standpunt kunnen stellen dat aannemelijk is geworden dat appellante ten tijde van de controle niet op het brp-adres woonde. Gelet op de duidelijke verklaring van de hoofdbewoonster dat appellante niet woont op het brp-adres en zij appellante ook niet kent, bestond er geen aanleiding tot het doen van bijvoorbeeld onderzoek in de woning of een buurtonderzoek. Van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel is dan ook geen sprake. Met de overgelegde loonstroken van de maanden juli en augustus 2016 en de brief van de tandarts van 9 december 2016 heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat zij wel woonde op het brp-adres.
brp-adres. Volgens appellante heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat de minister zijn standpunt heeft kunnen baseren op de verklaring van de hoofdbewoonster. Het onderzoek van de minister is onzorgvuldig geweest. De controleurs hebben vastgesteld dat de hoofdbewoonster de Nederlandse taal niet machtig was, zodat het op hun weg had gelegen om een tolk in te schakelen dan wel nader onderzoek te verrichten. Dit temeer nu de hoofdbewoonster heeft geweigerd haar verklaring te ondertekenen. Niet valt uit te sluiten dat de hoofdbewoonster niet precies wist om welke [voornaam] het ging omdat de ex-echtgenote van de hoofdbewoner ook [voornaam] heet.