ECLI:NL:CRVB:2019:2230
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van AIO-aanvulling wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de intrekking van de AIO-aanvulling van appellante door de Sociale verzekeringsbank (Svb) aan de orde is. Appellante ontving van 1 maart 2012 tot en met 7 september 2014 en van 29 juli 2015 tot en met 31 januari 2016 een AIO-aanvulling, maar heeft verzuimd om een financiële bijdrage van haar dochter te melden. De Svb heeft de AIO-aanvulling ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, omdat appellante haar inlichtingenverplichting niet is nagekomen. Appellante stelde dat de Svb op de hoogte was van haar inkomsten, maar de Raad oordeelt dat appellante de ontvangst van een substantieel bedrag op haar bankrekening niet heeft gemeld, wat essentieel was voor het recht op AIO-aanvulling. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af, waarbij wordt benadrukt dat de inlichtingenverplichting objectief is en verwijtbaarheid geen rol speelt. De uitspraak is gedaan op 9 juli 2019.