Uitspraak
16.8153 WAJONG
OVERWEGINGEN
8 oktober 2015, ECLI:CHR:2015:1008JUD007721212 (Korošec), de Raad gevraagd een deskundige te benoemen, omdat volgens haar het beginsel van equality of arms is geschonden.
[in] 2013, arbeidsvermogen had.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 april 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar aanvraag voor een Wajong-uitkering af te wijzen. Appellante, geboren in 1995, had een aanvraag ingediend op basis van haar medische situatie, waaronder een lichte spastische parese en rugklachten. Het Uwv had vastgesteld dat appellante arbeidsvermogen had, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag.
De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het Uwv zich voldoende had gebaseerd op de medische rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Appellante stelde in hoger beroep dat het Uwv de criteria voor arbeidsvermogen onjuist had toegepast en dat zij niet in staat was om te werken.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat er geen reden was om te twijfelen aan de inschatting van het Uwv. De Raad oordeelde dat appellante voldoende gelegenheid had gehad om haar standpunt te onderbouwen en dat er geen belemmeringen waren in de procedure. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was voor toekenning van een Wajong-uitkering.