ECLI:NL:CRVB:2019:1392
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Vergelijkbaarheid en uitwisselbaarheid van functies binnen de politieorganisatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 april 2019 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen het besluit van de korpschef van politie van 18 juli 2018. Dit besluit was genomen ter uitvoering van een eerdere uitspraak van de Raad van 31 mei 2018, waarin de Raad had geoordeeld dat de motivering van het plaatsingsbesluit van 10 juni 2016 tekortschiet. De appellant was van mening dat hij in aanmerking moest komen voor de functie van Operationeel Expert GGP, schaal 9, terwijl de korpschef had gesteld dat de functie van Senior GGP, schaal 8, de enige beschikbare functie was. De Raad oordeelde dat de korpschef niet onterecht had gesteld dat de functie van Senior GGP vergelijkbaar en uitwisselbaar was binnen het vakgebied GGP, en dat er geen reden was om de eerdere beslissing van de korpschef te herzien.
De Raad heeft vastgesteld dat de korpschef zich van meet af aan op het standpunt heeft gesteld dat de plaatsing in de functie van Senior GGP juist was en dat dit standpunt niet onhoudbaar was. De Raad concludeerde dat de rechtszekerheid niet in geding was en dat er geen opgewekt vertrouwen was dat zou moeten worden gehonoreerd. Het gebrek in de motivering van het eerdere besluit was hersteld, en het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de functievergelijking binnen de politieorganisatie en de noodzaak om de beschikbare functies zorgvuldig te beoordelen.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de argumenten van beide partijen hebben gewogen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 18 april 2019.