ECLI:NL:CRVB:2019:1269
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van een hersteldverklaring van ziekengeld in het kader van de Ziektewet en de Wet WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante, die ziekengeld ontving op basis van de Ziektewet, heeft in 2005 een hersteldverklaring ontvangen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). In 2014 heeft zij verzocht om herziening van deze hersteldverklaring, omdat zij in 2008 de diagnose Multiple Sclerose (MS) had gekregen. De Raad heeft vastgesteld dat de huisarts en de neuroloog in hun brieven niet uitsluiten dat de rugklachten van appellante een eerste symptoom van MS kunnen zijn geweest, maar dit biedt geen aanleiding om de hersteldverklaring van 2005 te herzien. De Raad oordeelt dat de late aanvraag voor herziening voor rekening en risico van de aanvrager komt. De Raad bevestigt dat er geen medische onderbouwing is voor het standpunt dat appellante op 22 januari 2005 niet in staat was om haar arbeid te verrichten. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.