ECLI:NL:CRVB:2019:1173
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake maatwerkvoorziening begeleiding op grond van de Wmo 2015
Op 3 april 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Het geschil betreft de toekenning van een maatwerkvoorziening voor begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) aan een betrokkene die ondersteuning nodig heeft op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen had eerder besloten dat de betrokkene niet in aanmerking kwam voor deze maatwerkvoorziening, maar na een nieuw besluit op 9 mei 2018 werd de maatwerkvoorziening alsnog toegekend voor vier uur per maand, inclusief administratieve ondersteuning.
De Raad heeft vastgesteld dat het college zijn eerdere standpunt niet langer handhaaft en dat er voldoende bewijs is dat de betrokkene concrete beperkingen ondervindt die ondersteuning vereisen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom de betrokkene geen recht had op individuele begeleiding. De Centrale Raad bevestigde deze eerdere uitspraak en oordeelde dat de maatwerkvoorziening die aan de betrokkene is verstrekt, een passende bijdrage is volgens de Wmo 2015. De Raad heeft het college ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de betrokkene in hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van adequate ondersteuning voor mensen met beperkingen en de verplichting van gemeenten om zorgvuldige besluiten te nemen op basis van de individuele situatie van de betrokkene. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier van de Raad.