ECLI:NL:CRVB:2019:1079
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Schoneveld
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens onroerend goed in het buitenland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellante tegen de uitspraken van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 23 juli 2003 bijstand ontving op basis van de Participatiewet. Naar aanleiding van een anonieme tip over onroerend goed in Turkije, heeft de gemeente een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante onroerend goed bezat in Turkije, wat aanleiding gaf tot het intrekken van de bijstand met terugwerkende kracht. Appellante heeft meerdere aanvragen om bijstand ingediend, maar deze zijn afgewezen omdat zij onvoldoende informatie heeft verstrekt over haar vermogenspositie. De rechtbank heeft de beroepen van appellante tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraken en oordeelt dat het onderzoek naar het vermogen van appellante rechtmatig was en dat de intrekking van de bijstand terecht is.