ECLI:NL:CRVB:2019:1067
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.H. Bangma
- H. Lagas
- J.Th. Wolleswinkel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om erkenning psychische klachten als beroepsziekte na dienstongeval
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van psychische klachten van een politieambtenaar als beroepsziekte. De betrokkene, die sinds 1 augustus 2005 werkzaam was als [naam functie], had in 2010 een dienstongeval meegemaakt waarbij hij een hoofdwond opliep door een kopstoot van een arrestant. Na dit incident werd hij volledig arbeidsongeschikt en verzocht hij in 2011 om erkenning van zijn psychische klachten als beroepsziekte. De korpschef van politie wees dit verzoek af, met als argument dat er geen sprake was van buitensporige werkomstandigheden en dat de klachten niet werkgerelateerd waren.
De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van de betrokkene tegen de afwijzing gegrond, maar de korpschef ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van buitensporige werkomstandigheden. De Raad concludeerde dat het meemaken van een geweldsincident inherent is aan de functie van de betrokkene en dat de psychische klachten niet als beroepsziekte konden worden erkend. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond.
De Raad benadrukte dat voor de erkenning van psychische klachten als beroepsziekte, er objectief gezien sprake moet zijn van buitensporige werkomstandigheden. Aangezien de betrokkene niet kon aantonen dat dit het geval was, werd zijn verzoek afgewezen. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de erkenning van psychische klachten binnen de politie en de criteria die daarvoor gelden.