Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.035,64;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 501,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een ontslagbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 maart 2018 uitspraak gedaan. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.R.M. Berends-Schellens, heeft het ontslag van betrokkene, die in tijdelijke dienst was, aangevochten. De rechtbank Rotterdam had eerder het ontslagbesluit vernietigd, omdat er onvoldoende feitelijke grondslag was voor de conclusie dat er een impasse was ontstaan die een vruchtbare samenwerking in de weg stond. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank bevestigd en benadrukt dat de situatie ten tijde van het ontslagbesluit bepalend is voor de beoordeling. De Raad concludeert dat er geen zodanige impasse was dat het ontslag gerechtvaardigd was. De Raad heeft ook opgemerkt dat appellant onvoldoende inspanningen heeft geleverd om tot een oplossing te komen voor de ervaren problemen in het functioneren van betrokkene. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene.