ECLI:NL:CRVB:2018:809
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Schending van medewerkingsverplichting bij onderzoek naar AIO-aanvulling en de rol van het CIN-nummer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de appellanten, die sinds 1 januari 2009 AIO-aanvulling ontvangen, in geschil zijn met de Sociale verzekeringsbank (Svb) over de opschorting en intrekking van hun AIO-aanvulling. De Svb heeft in het kader van een rechtmatigheidsonderzoek naar AIO-gerechtigden, appellanten verzocht hun Carte d’Identité Nationale (CIN-nummer) te verstrekken. Appellanten hebben dit verzoek niet ingewilligd, wat leidde tot de opschorting van hun AIO-aanvulling. De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het CIN-nummer op zichzelf geen gegeven is dat van invloed kan zijn op het recht op AIO-aanvulling, maar dat het wel noodzakelijk is voor de verificatie van de door appellanten verstrekte informatie over hun inkomen en vermogen in Marokko. De Raad stelt vast dat appellanten hun medewerkingsverplichting hebben geschonden door het CIN-nummer niet te verstrekken, en dat de Svb bevoegd was om de AIO-aanvulling in te trekken. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellanten af.