ECLI:NL:CRVB:2018:754
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op WIA-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de WIA-uitkering van appellant, die zich op 28 april 2008 ziek had gemeld. Appellant had een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv heeft vastgesteld dat hij met ingang van 18 mei 2015 geen recht meer had op een WIA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. Appellant stelde dat hij verdergaand beperkt was dan het Uwv had aangenomen en dat er een urenbeperking geïndiceerd was vanwege zijn psychische en lichamelijke klachten. De Raad heeft de medische grondslag van het bestreden besluit onderschreven en geoordeeld dat de verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hebben verricht. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de geselecteerde functies voor appellant geschikt waren, ondanks zijn beperkte lees- en taalvaardigheid in het Nederlands. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd.