ECLI:NL:CRVB:2018:681
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake persoonsgebonden budget en verantwoording zorgkosten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Zorgkantoor, dat het persoonsgebonden budget (pgb) voor het jaar 2013 op nihil heeft vastgesteld. Appellant had een pgb van € 42.165,55 ontvangen, maar het Zorgkantoor accepteerde geen van de ingediende verantwoordingen voor de besteding van dit budget. De rechtbank Overijssel had het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar appellant is in hoger beroep gegaan. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er wel degelijk zorg is verleend aan appellant, maar dat de administratie gebrekkig was. De Raad oordeelt dat het Zorgkantoor in redelijkheid niet tot de vaststelling van het pgb op € 0,- had kunnen komen. De Raad heeft het besluit van het Zorgkantoor vernietigd en het pgb vastgesteld op € 29.833,90, met een terugvordering van € 12.331,65. Tevens is het Zorgkantoor veroordeeld in de proceskosten van appellant.