ECLI:NL:CRVB:2018:679
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag op andere gronden van ambtenaar wegens verstoorde arbeidsrelatie en ongeoorloofde aanwezigheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het beroep van een ambtenaar tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade, waarbij het ontslag van de ambtenaar per 6 oktober 2014 werd gehandhaafd. De Raad heeft eerder in een uitspraak van 12 januari 2017 geoordeeld dat bepaalde gedragingen van de ambtenaar als plichtsverzuim konden worden aangemerkt, maar dat de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag niet evenredig was aan het vastgestelde plichtsverzuim. Het college heeft daarop een nieuw besluit genomen, waarbij het ontslag op andere gronden werd verleend, met de motivering dat er geen vertrouwen meer bestond in de ambtenaar en dat er geen uitzicht was op een vruchtbare samenwerking.
De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de ambtenaar veelvuldig zonder toestemming op de werkplek aanwezig was buiten werktijd en dat hij hierover geen duidelijke verklaring heeft afgelegd. Dit heeft geleid tot een verstoorde arbeidsrelatie, waardoor het college niet kon worden verplicht tot herplaatsing van de ambtenaar. De Raad heeft geconcludeerd dat het ontslag in stand kan blijven, en dat de beroepsgronden van de ambtenaar tegen het bestreden besluit ongegrond zijn. De uitspraak is gedaan op 8 maart 2018.