ECLI:NL:CRVB:2018:641
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van eerdere arbeidsongeschiktheidsdatum en Amber-bepaling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, geboren in 1977, heeft een lange geschiedenis van arbeidsongeschiktheid en heeft verschillende aanvragen voor uitkeringen ingediend, waaronder een Wajong- en WIA-uitkering. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv de aanvraag van appellant terecht heeft afgewezen op basis van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad oordeelt dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herbeoordeling van de eerdere besluiten rechtvaardigen. De appellant had eerder al een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, die was afgewezen omdat hij niet als jonggehandicapte was aangemerkt. De Raad heeft ook geoordeeld dat de appellant niet kan terugkomen op de eerdere besluiten van het Uwv, omdat er geen bewijs is dat hij eerder arbeidsongeschikt was dan de vastgestelde datum van 6 november 2006. De Raad heeft de argumenten van de appellant, waaronder het beroep op de Amber-bepaling, verworpen, omdat er geen aanknopingspunten zijn in de medische gegevens die de arbeidsongeschiktheid in de WAO-verzekerde periode onderbouwen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.