ECLI:NL:CRVB:2018:601
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- B.J. van de Griend
- K.J. Kraan
- H. Lagas
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de overgangs- en slotbepalingen van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in relatie tot wachtgeld en pensioenopbouw
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 maart 2018 uitspraak gedaan in het geding tussen een appellant en het college van burgemeester en wethouders van De Bilt. De appellant, die van 3 september 1974 tot 5 september 1978 en van 7 september 1982 tot 1 mei 1990 werkzaam was bij de gemeente De Bilt, ontving wachtgeld over bepaalde periodes en vanaf 26 februari 1995 een pensioen op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). De appellant verzocht om herziening van zijn pensioen, met name met betrekking tot de pensioenopbouw over de wachtgeldperiode van 1 januari 1979 tot 7 september 1982. Het college heeft dit verzoek afgewezen, met als argument dat er geen novum was dat een herziening rechtvaardigde.
De Raad oordeelde dat de overgangs- en slotbepalingen van de Appa (oud) duidelijk zijn en dat de wijziging inzake pensioenopbouw gedurende de wachtgeldperiode niet van toepassing is op gevallen waarbij de toekenning van het wachtgeld heeft plaatsgevonden voor 1 januari 1979. De Raad bevestigde dat de appellant geen recht had op pensioenopbouw over de genoemde periode, omdat zijn wachtgelduitkering vóór de inwerkingtreding van de Appa (oud) was toegekend. Daarnaast werd het beroep van de appellant verworpen op basis van het verbod op reformatio in peius, omdat de beëindiging van de uitkering niet in strijd was met dit verbod.
De uitspraak concludeert dat het beroep van de appellant ongegrond is verklaard, en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met B.J. van de Griend als voorzitter en K.J. Kraan en H. Lagas als leden.