ECLI:NL:CRVB:2018:595
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- K.J. Kraan
- H. Lagas
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake financiële compensatie voor waarnemingen door ambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van een ambtenaar, die financiële compensatie had aangevraagd voor waarnemingen in verschillende periodes. Het verzoek om compensatie voor de derde periode was ingediend tijdens de waarneming, terwijl de verzoeken voor de eerste twee periodes eerder waren afgewezen door de staatssecretaris van Defensie. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er geen sprake was van gelijke gevallen tussen de verschillende periodes, omdat de besluitvorming over de derde periode nog niet was afgerond. De Raad concludeerde dat het verzoek van de ambtenaar voor de eerste twee periodes als een verzoek om terug te komen van eerder vastgestelde besluiten moest worden beschouwd, en dat de staatssecretaris niet verplicht was om terug te komen op zijn eerdere besluiten. De rechtbank had ten onrechte geoordeeld dat artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing was. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep van de ambtenaar ongegrond.