ECLI:NL:CRVB:2018:560

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 februari 2018
Publicatiedatum
27 februari 2018
Zaaknummer
15-4452 WWB-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskostenveroordeling in hoger beroep inzake WWB

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 15/4452 WWB-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 14 november 2017, waarin een kennelijke fout is vastgesteld met betrekking tot de hoogte van de proceskostenveroordeling. De Raad heeft vastgesteld dat het college van burgemeester en wethouders van Heerlen op goede gronden is veroordeeld in de proceskosten van de appellant, maar dat de hoogte van de proceskosten in bezwaar onjuist was vastgesteld op € 990,- in plaats van het correcte bedrag van € 495,-. Dit verschil was te wijten aan het niet bijwonen van de hoorzitting in bezwaar door de gemachtigde van de appellant.

De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voornemen om de uitspraak te verbeteren, maar omdat er geen reacties zijn ontvangen, is aangenomen dat er geen bezwaar is tegen de voorgestelde verbetering. De Raad heeft vervolgens de beslissing hersteld en de proceskostenveroordeling aangepast. De nieuwe beslissing houdt in dat het college wordt veroordeeld in de kosten van de appellant tot een totaalbedrag van € 2.475,-, bestaande uit € 495,- in bezwaar, € 990,- in beroep en € 990,- in hoger beroep.

De rectificatie is gepubliceerd op rechtspraak.nl en een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak is aan de uitspraak gehecht. De beslissing is openbaar uitgesproken op 20 februari 2018, met A. Stehouwer als voorzitter en Y.J. Klik en M. Schoneveld als leden, in tegenwoordigheid van C.A.E. Bon als griffier.

Uitspraak

15/4452 WWB-R
Datum uitspraak: 27 februari 2018
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 14 november 2017, 15/4452 WWB
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Heerlen (college)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat de uitspraak van 14 november 2017, 15/4452, een kennelijke fout bevat voor zover het de hoogte van de proceskostenveroordeling betreft.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te verbeteren.
Partijen hebben niet gereageerd, waardoor de Raad ervan uitgaat dat er geen bezwaar is tegen de verbetering.

OVERWEGINGEN

1. De Raad heeft vastgesteld dat het college weliswaar op goede gronden is veroordeeld in de proceskosten van appellant, maar dat voor wat betreft de proceskosten van appellant in bezwaar ten onrechte is beslist dat dit een bedrag van € 990,- bedraagt in plaats van een bedrag van € 495,- wegens het niet bijwonen van de hoorzitting in bezwaar door de gemachtigde van appellant.
2. De Raad zal de onder 1 vermelde beslissing herstellen door de uitspraak van 14 november 2017 te rectificeren als volgt:
“5. Aanleiding bestaat om het college te veroordelen in de kosten van appellant. Deze kosten worden begroot op € 495,- in bezwaar, € 990,- in beroep en € 990,- in hoger beroep, in totaal € 2.475,-, voor verleende rechtsbijstand.”
De proceskostenveroordelingbepaling in de beslissing wordt gewijzigd in:
“- veroordeelt het college in de kosten van appellant tot een bedrag van € 2.475,-;’’.
3. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 14 november 2017 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door A. Stehouwer als voorzitter en Y.J. Klik en M. Schoneveld als leden, in tegenwoordigheid van C.A.E. Bon als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 februari 2018.
(getekend) A. Stehouwer
(getekend) C.A.E. Bon

HD