Uitspraak
17.5406 WW
5 juli 2017, 16/5788 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
OVERWEGINGEN
30 januari 2012 tot en met 8 juli 2012. Gelet op artikel 130y van de WW heeft het Uwv terecht de startersregeling als bedoeld in artikel 35aa van de WW toegepast. De toepasselijke wettelijke bepalingen zijn dwingendrechtelijk van aard, zodat het Uwv daarvan niet mocht afwijken. Volgens vaste rechtspraak van de Raad (bijvoorbeeld uitspraak van 10 mei 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1706) bestaat, gelet op het dwingendrechtelijke karakter van de toepasselijke wetsbepalingen, geen ruimte voor toetsing van het bestreden besluit aan het evenredigheidsbeginsel. Evenmin is gebleken van bijzondere omstandigheden die maken dat strikte toepassing van de dwingendrechtelijke bepalingen zozeer in strijd is te achten met algemene rechtsbeginselen, dat toepassing daarvan daarom geen rechtsplicht meer is. Van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen is geen sprake, al om die reden dat werknemers die vóór 1 januari 2013 gebruik hebben gemaakt van de startersregeling en werknemers die dat vanaf die datum hebben gedaan, geen gelijke gevallen betreffen, aldus de rechtbank.
a. blijven artikel 35aa en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voor inwerkingtreding van die wet, van toepassing; en
b. is artikel 35ab niet van toepassing.