ECLI:NL:CRVB:2018:4313
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van niet-nakoming arbeidsverplichtingen en opleidingsverplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellante, een jongere onder de 27 jaar, had een aanvraag voor bijstandsverlening ingediend, maar deze was afgewezen door het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek. De afwijzing was gebaseerd op de stelling dat appellante ondubbelzinnig niet wilde meewerken aan haar arbeidsverplichtingen, waaronder het volgen van een opleiding. De Raad oordeelde dat de gedragingen en houding van appellante in voorgaande perioden van bijstandsverlening geen rol mochten spelen bij de beoordeling van de huidige aanvraag. De Raad benadrukte dat het dagelijks bestuur maatwerk moet leveren en dat de verplichtingen in het plan van aanpak niet onredelijk mogen zijn. De Raad concludeerde dat het dagelijks bestuur te snel had geconcludeerd dat appellante haar verplichtingen niet wilde nakomen, zonder voldoende onderzoek te doen naar haar situatie en de haalbaarheid van de opleidingsverplichting. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en het dagelijks bestuur werd opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de overwegingen van de Raad.