ECLI:NL:CRVB:2018:4309
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanvraag bijzondere bijstand en noodzakelijkheid van gegevensverstrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante had op 2 mei 2016 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van rechtsbijstand, maar het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat appellante de gevraagde gegevens niet tijdig had ingeleverd. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de gevraagde gegevens niet noodzakelijk waren voor de beoordeling van haar aanvraag, omdat het college al op de hoogte was van haar financiële situatie. De Raad heeft echter geoordeeld dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, omdat appellante niet aan de informatieverplichting heeft voldaan. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat het bestuursorgaan kan besluiten een aanvraag niet te behandelen indien de verstrekte gegevens onvoldoende zijn.
De Raad heeft de beroepsgronden van appellante verworpen en bevestigd dat het college niet in strijd met zijn eigen beleid heeft gehandeld. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling tot schadevergoeding of proceskosten, omdat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen.